
Berry frenzy
Of het nu om frambozen, braambessen, blauwe of rode bessen gaat… Deze snoepjes van de natuur worden door jong en oud gesmaakt.
Jaarlijk eet de gemiddelde belg zo’n 600 gram bessen. De ene proeft zuur, de ander zoet. De ene is rond, de ander bestaat uit verschillende kleine vruchtjes. Stuk voor stuk zijn het kleine smaakbommetjes boordevol vitamines, vezels en mineralen. We lijsten de populairste soorten even op.

Frambozen
Frambozen zijn na aardbeien het meest geteelde zacht fruit ter wereld. De varianten die bij ons het meest gekweekt worden zijn de Tulameen en de Kwanza. Frambozen zijn naast superlekker ook supergezond. Ze bevatten heel veel antioxidanten zoals ellaginezuur. Dat is een krachtig middel dat onze huid beschermt tegen veroudering. Je vindt het dan ook vaak terug in cosmetische producten.

Braambessen
Braambessen behoren net als frambozen tot het bessengeslacht Rubus. Wie al eens zo’n stekelige struik van dichtbij heeft gezien zal het niet verbazen dat ze verwant zijn aan de roos. Braambessen hebben een lichtzure smaak die evolueert tot heerlijk zoet wanneer ze rijp zijn.

Blauwe bessen
Blauwe bessen worden vaak verward met hun neef, de bosbes. Blauwe bessen zijn groter en hebben lichter vruchtvlees dan de inheemse bosbes. Ze zijn overgewaaid uit Amerika en worden bij ons op grote schaal gekweekt. Blauwe bessen laten zich makkelijk invriezen en zijn dus ideaal voor in een snelle smoothie.

Rode bessen
Rode bessen zijn heerlijk zurig snackfruit. Ze worden vaak gebruikt om toetjes met ijs te versieren en laten zich makkelijk verwerken tot confituur. Je vindt ze in menig Vlaamse moestuin broederlijk naast de witte bessenstruik. Vogels zijn er verzot op.

Kruisbes
Je kent de kruisbes misschien ook onder dialectnaam kroensel of stekelbes, omwille van hun doornige takken. Kruisbessen variëren in smaak van zachtzuur tot zoet.